Volwassenen en ouderen
2040: 38.000 inwoners met dementie in de provincie
De gezondheidsaandoening met de grootste impact op het persoonlijke en sociale leven van ouderen is voor velen waarschijnlijk dementie. Het gaat om aantasting van de cognitieve vaardigheden van de oudere, waarbij zich geheugenproblemen, veranderingen in gedrag en beperkingen in het uitvoeren van dagelijkse handelingen kunnen voordoen. (Volksgezondheidenzorg.info) Als iemand dementie ontwikkelt, raakt dat niet alleen de persoon zelf, maar ook diens directe omgeving. De directe naasten zullen zich moeten beraden op hoe de dementerende geholpen en verzorgd kan worden, welke hulp van buitenaf nodig is en wanneer een eventuele stap naar (tijdelijke of permanente) intramurale zorg onvermijdelijk is. Over het algemeen is er rondom een dementerende veel monitoring en afstemming nodig. Het feit dat er steeds meer mensen met dementie komen, zal ook samenlevingsbreed verder doorwerken. Verwacht kan worden dat men op straat, in winkels en openbare gelegenheden vaker te maken krijgt met iemand die even geholpen moet worden met zijn of haar oriëntatie. Voor gemeenten worden inmiddels door de rijksoverheid steeds meer activiteiten in het leven geroepen om zich dementievriendelijk te kunnen profileren. (Samendementievriendelijk.nl)
Hoeveel mensen er momenteel precies dementie hebben is afhankelijk van de gebruikte definitie. Het aantal mensen bij wie de diagnose is gesteld door zorgverleners (zoals huisarts of neuroloog) is een stuk lager dan het aantal mensen met dementie dat geschat is op basis van bevolkingsonderzoek. Volgens deze laatste bron zijn er in Nederland in 2021 290.000 mensen met dementie. De verwachting is dat er in 2040 ruim 520.000 mensen zijn met deze ziekte, waarvan 38.000 in de provincie Utrecht (ter vergelijk: dat is meer dan de gemeente IJsselstein momenteel aan inwoners heeft). Hierbij wordt er uiteraard van uitgegaan dat er voor die tijd nog geen ontwikkelingen hebben plaatsgevonden die het vóórkomen van de ziekte hebben kunnen beïnvloeden. Tabel 10.4 geeft een overzicht van prognoses hoeveel mensen dementie zullen hebben in de komende decennia in de afzonderlijke gemeenten.
Locatie | 2020 | 2030 | 2040 | 2050 |
---|---|---|---|---|
|
|
|
|
|
Nederland |
280.000 |
390.000 |
520.000 |
620.000 |
|
|
|
|
|
Utrecht (provincie) |
19.000 |
28.000 |
38.000 |
47.000 |
|
|
|
|
|
Amersfoort |
2.000 |
2.800 |
4.100 |
5.500 |
Baarn |
550 |
750 |
1.000 |
1.200 |
De Bilt |
1.100 |
1.300 |
1.600 |
1.900 |
Bunnik |
330 |
450 |
540 |
620 |
Bunschoten |
260 |
420 |
550 |
690 |
Eemnes |
150 |
250 |
330 |
400 |
Houten |
570 |
860 |
1.400 |
1.700 |
IJsselstein |
500 |
770 |
1.100 |
1.400 |
Leusden |
550 |
830 |
1.200 |
1.400 |
Lopik |
180 |
280 |
370 |
460 |
Montfoort |
200 |
330 |
410 |
480 |
Nieuwegein |
870 |
1.400 |
2.000 |
2.300 |
Oudewater |
180 |
300 |
370 |
420 |
Renswoude |
50 |
90 |
130 |
150 |
Rhenen |
390 |
570 |
730 |
870 |
De Ronde Venen |
760 |
1.100 |
1.500 |
1.800 |
Soest |
950 |
1.200 |
1.600 |
1.800 |
Stichtse Vecht |
1.000 |
1.600 |
2.100 |
2.400 |
Utrecht (gemeente) |
3.100 |
4.100 |
5.900 |
8.000 |
Utrechtse Heuvelrug |
1.100 |
1.400 |
1.900 |
2.300 |
Veenendaal |
1.000 |
1.400 |
1.900 |
2.400 |
Vijfheerenlanden |
920 |
1.400 |
1.900 |
2.300 |
Wijk bij Duurstede |
320 |
550 |
850 |
1.000 |
Woerden |
800 |
1.200 |
1.700 |
2.100 |
Woudenberg |
230 |
340 |
460 |
590 |
Zeist |
1.300 |
1.700 |
2.400 |
2>800 |
Bron: ABF in opdracht van Alzheimer Nederland
Een belangrijke vraag is of de groei van het aantal ouderen dat dementie krijgt, in de komende decennia nog gekeerd zal kunnen worden. De overheidswebsite Volksgezondheidenzorg (www.vzinfo.nl) meldt dat de risicofactoren om dementie te krijgen, deels niet beïnvloedbaar zijn en deels wel. Niet beïnvloedbare factoren zijn: leeftijd (de kans op het krijgen van dementie neemt sterk toe met het ouder worden), geslacht (vrouwen lijken een hoger risico te hebben voor de ziekte van Alzheimer, mannen meer voor vasculaire dementie) en erfelijke factoren (deze spelen vooral een rol bij vormen van dementie die zich openbaren voor het 65ste levensjaar). Risicofactoren die (theoretisch) wel beïnvloedbaar zijn, omvatten indicatoren die de kans op hart- en vaatziekten vergroten (hoge bloeddruk, verhoogd cholesterol, ernstig overgewicht en diabetes type 2), leefstijlfactoren (roken, alcoholconsumptie, lichamelijke inactiviteit, ongezonde voeding), psychosociale factoren (weinig sociale contacten, depressie, verstoord slaappatroon) en tenslotte overige factoren zoals lage opleiding, traumatische hersenschade, gehoorverlies en luchtverontreiniging. Dementie komt verhoudingsgewijs vaker voor bij migrantenouderen, hetgeen gerelateerd moet worden aan het feit dat deze vaker een lage sociaaleconomische status hebben en te maken hebben met overgewicht, hart- en vaatziekten en diabetes. (Volksgezondheidenzorg.info)
Alzheimer Nederland stelt dat er in Nederland in 2021 800.000 mantelzorgers zijn van mensen met dementie. Uit monitoringsonderzoek van de organisatie blijkt dat mantelzorgers gemiddeld 40 uur per week voor hun naaste met dementie zorgen. Van deze mantelzorgers zorgt 47% voor een partner en 44% voor een (schoon)vader of -moeder. 40% combineert de mantelzorg met een baan. De gemiddelde leeftijd van een mantelzorger voor iemand met dementie is 65 jaar, waarvan 68% vrouw is. Ruim de helft van deze groep mantelzorgers geeft aan zich zwaar belast te voelen, 3% voelt zich overbelast. (Alzheimer Nederland, 2021)
Leefstijlkenmerken ouderen in provincie Utrecht
In de provincie Utrecht heeft in 2020 gemiddeld 55% van de inwoners van 65 jaar of ouder overgewicht. Bij 16% van alle 65-plussers is gemiddeld sprake van ernstig overgewicht (obesitas). Er doen zich vrij sterke verschillen voor tussen gemeenten. Zo heeft in de gemeente Bunschoten 66% van de inwoners overgewicht tegenover bijvoorbeeld 48% in de gemeente De Bilt. Hoge scores zijn er ook in Vijfheerenlanden (63%) en Renswoude (62%), lage scores ook in Bunnik (49%) en Soest (50%).
Gemeente | Overgewicht (incl. ernstig overgewicht), 65+ | Ernstig overgewicht, 65+ | Zware drinker (binge drinken*), 65+ | Overmatige drinker (Mannen: >14 glz per wk; Vrouwen: >7 glz per wk), 65+ |
---|---|---|---|---|
Amersfoort |
54,5% |
14,7% |
4,4% |
18,7% |
Baarn |
53,7% |
13% |
4,3% |
22,3% |
Bunnik |
49% |
14,4% |
3,3% |
19,1% |
Bunschoten |
65,5% |
19,6% |
2,6% |
14,6% |
De Bilt |
48,4% |
11,5% |
3,7% |
21,7% |
De Ronde Venen |
54,2% |
15,9% |
6,5% |
21,5% |
Eemnes |
57,3% |
12,4% |
5,1% |
26,5% |
Houten |
58,4% |
16% |
3,8% |
15,5% |
IJsselstein |
59,2% |
16,6% |
6,1% |
24,4% |
Leusden |
51,9% |
13,5% |
2,2% |
17,7% |
Lopik |
61% |
15,6% |
5,2% |
15,8% |
Montfoort |
56,1% |
14,2% |
5,8% |
18,8% |
Nieuwegein |
59,2% |
17,5% |
5% |
17,5% |
Oudewater |
56,9% |
13,7% |
4,8% |
22,2% |
Renswoude |
61,7% |
15,9% |
3,8% |
14,3% |
Rhenen |
56,2% |
15,8% |
4,7% |
18,8% |
Soest |
49,7% |
12,1% |
4,2% |
24,3% |
Stichtse Vecht |
50,1% |
13,7% |
3,6% |
22,1% |
Utrecht |
56,5% |
17,9% |
6,6% |
18,6% |
Utrechtse Heuvelrug |
54,1% |
13,5% |
3,1% |
19,7% |
Veenendaal |
60,7% |
18,1% |
3,9% |
15,5% |
Vijfheerenlanden |
63,2% |
20,1% |
4,8% |
16,3% |
Wijk bij Duurstede |
54,7% |
15,6% |
2,6% |
24% |
Woerden |
56,9% |
15,5% |
4,7% |
19,7% |
Woudenberg |
53,6% |
12,7% |
2,9% |
12,5% |
Zeist |
51,3% |
14,3% |
4,7% |
19,7% |
Totaal provincie Utrecht |
55,4% |
15,6% |
4,6% |
19,3% |
Bron: ggdru.buurtmonitor.nl / * Laatste vier weken vijf glazen alcohol of meer gedronken bij één gelegenheid
Waar het om alcoholconsumptie gaat, is 19,3% van de 65-plussers in de provincie Utrecht te zien als overmatige drinker (mannen drinken dan 14 glazen alcohol of meer per week, vrouwen 7 glazen of meer). Gemeenten met de hoogste aandeel overmatige drinkers zijn Eemnes (26,5%), IJsselstein (24,4%) en Soest (24,3%). Het laagste aandeel overmatige drinkers zijn er in Woudenberg (12,5%), Renswoude (14,3%) en Bunschoten (14,6%).
Bijna 70% van de 65-plussers ervaart zijn of haar gezondheid als goed of zeer goed
Gemiddeld in de provincie Utrecht beschouwt bijna 69% van de 65-plussers zijn of haar gezondheid in 2020 als goed of zeer goed. Relatief hoge scores zijn er in Baarn (76%), Woudenberg (74,9%) en Eemnes (74,7%) en relatief lage scores in de gemeente Utrecht (59,8%), IJsselstein (65,4%) en Nieuwegein (65,9%).
Gemeente | (zeer) Goed ervaren gezondheid, 65+ |
---|---|
Amersfoort |
69,6% |
Baarn |
76% |
Bunnik |
73,7% |
Bunschoten |
72,5% |
De Bilt |
71% |
De Ronde Venen |
74,2% |
Eemnes |
74,7% |
Houten |
70,1% |
IJsselstein |
65,4% |
Leusden |
73,6% |
Lopik |
66,7% |
Montfoort |
72,5% |
Nieuwegein |
65,9% |
Oudewater |
71,4% |
Renswoude |
68,2% |
Rhenen |
69,7% |
Soest |
72,7% |
Stichtse Vecht |
68,4% |
Utrecht |
59,8% |
Utrechtse Heuvelrug |
72,5% |
Veenendaal |
68,8% |
Vijfheerenlanden |
66,6% |
Wijk bij Duurstede |
70,9% |
Woerden |
70,3% |
Woudenberg |
74,9% |
Zeist |
69,5% |
Totaal provincie Utrecht |
68,6% |
Bron: ggdru.buurtmonitor.nl
Een op de dertien 65-plussers voelt zich ernstig beperkt
Gemiddeld voelt ongeveer een op de dertien inwoners (7,6%) van de provincie Utrecht, die ouder is dan 65 jaar, zich in 2020 ernstig beperkt vanwege problemen met de gezondheid. Dit cijfer ligt bovengemiddeld hoog in de gemeenten Lopik (10,6%), IJsselstein (9,9%) en Utrecht (9,2%). Voor de gemeenten Baarn (4,3%), Oudewater (5,2%) en Montfoort (5,5%) liggen deze cijfers juist relatief laag. Het aandeel 65-plussers dat minimaal één beperking heeft op het gebied van horen, zien of (lichamelijke) mobiliteit, is voor de hele provincie gemiddeld 23,4%. Ongunstig steken de gemeenten Utrecht (30,4%), Lopik (28,7%) en Vijfheerenlanden (26,3%) hierbij af. Het aandeel 65-plussers dat minimaal één beperking ervaart is relatief laag te noemen in de gemeenten Eemnes (18,1%), Bunnik (19,3%) en Baarn (19,5%).
Gemeente | Ernstig beperkt vanwege problemen met de gezondheid | Minimaal één beperking in horen, zien of mobiliteit | Eén of meer langdurige ziekte(n) of aandoeningen (langer dan 6 mnd) |
---|---|---|---|
Amersfoort |
8,1% |
24,2% |
48,9% |
Baarn |
4,3% |
19,5% |
39,2% |
Bunnik |
7,2% |
19,3% |
44,6% |
Bunschoten |
7,1% |
25,9% |
41,4% |
De Bilt |
5,8% |
21,7% |
46,3% |
De Ronde Venen |
6,2% |
21,2% |
40,6% |
Eemnes |
6,5% |
18,1% |
46,5% |
Houten |
6% |
23,8% |
45,9% |
IJsselstein |
9,9% |
26% |
47,7% |
Leusden |
7,5% |
20,7% |
43,6% |
Lopik |
10,6% |
28,7% |
47,8% |
Montfoort |
5,5% |
20,6% |
44,6% |
Nieuwegein |
8,8% |
25,1% |
48,9% |
Oudewater |
5,2% |
23,8% |
43,2% |
Renswoude |
8,8% |
25,9% |
41,5% |
Rhenen |
6,9% |
22,5% |
48,7% |
Soest |
8,6% |
21,1% |
45,4% |
Stichtse Vecht |
7,8% |
22,1% |
46,1% |
Utrecht |
9,2% |
30,4% |
53,4% |
Utrechtse Heuvelrug |
7,1% |
23,9% |
48% |
Veenendaal |
7,9% |
24% |
46,2% |
Vijfheerenlanden |
8,8% |
26,3% |
45,8% |
Wijk bij Duurstede |
8% |
24,2% |
46,3% |
Woerden |
6,8% |
23,7% |
47% |
Woudenberg |
7,4% |
24,3% |
46,7% |
Zeist |
8% |
24,2% |
48,8% |
Totaal provincie Utrecht |
7,6% |
23,4% |
46,3% |
Bron: ggdru.buurtmonitor.nl
Gezondheidsklachten van ouderen in de provincie Utrecht
Waar het gezondheidsklachten van 65-plussers in de Utrechtse provincie in het algemeen betreft (2020), zien we de navolgende gemiddelden:
- 68% rapporteert klachten aan het bewegingsapparaat (nek-, schouder-, rugklachten en spierpijn).
- 43% rapporteert klachten die gerelateerd zijn aan het zenuwstelsel, zoals hoofdpijn, duizeligheid en tintelingen.
- 39% rapporteert luchtwegklachten.
- 36% rapporteert moeheid.
- 30% rapporteert klachten aan spijsverteringskanaal (zoals buikpijn of maagklachten).
- 17% geeft aan te maken te hebben met een hart- of vaatziekte.
In de tabel is te zien hoe deze klachten zich per gemeente voordoen. Kijken we bij alle klachten steeds naar de drie gemeenten die relatief het gunstigst en ongunstigst scoren, dan zien we dat sommige gemeenten vaker voorkomen in deze toplijsten dan anderen. Zo vallen de gemeenten IJsselstein en Vijfheerenlanden op doordat ze bij vier van de zes soorten klachten in de top drie uitkomen van ongunstigste scores. Voor IJsselstein gaat het om klachten aan het bewegingsapparaat (71,5%), klachten aan spijsverteringskanaal (32,1%), klachten aan het zenuwstelsel (47,7%) en klachten op het gebied van moeheid (38,5%). Voor Vijfheerenlanden gaat het om klachten aan het bewegingsapparaat (73,2%), hart- en vaatziekten (23,2%), klachten aan het zenuwstelsel (50,1%) en klachten op het gebied van moeheid (38,5%).
Gemeenten die op de zes soorten klachten relatief vaak gunstig scoren zijn Bunschoten en De Ronde Venen. Bij Bunschoten gaat het om gunstige percentages op het gebied van klachten aan het bewegingsapparaat (62,2%), hart- en vaatziekten (14%), klachten aan spijsverteringskanaal (26,2%), luchtwegklachten (35,3%) en moeheid (31,5%). Voor de gemeente De Ronde Venen gaat het om klachten aan het bewegingsapparaat (63%), klachten aan het zenuwstelsel (39,8%), luchtwegklachten (32,8%) en moeheid (31,6%). Deze worden gemiddeld genomen minder vaak ervaren.
Gemeente | Klachten aan bewegingsapparaat (nek/ schouderklachten, rugklachten, spierpijn) | hart- en vaatziekten | klachten aan spijsverteringskanaal (buik- of maagklachten, etc) | Zenuwstelsel (hoofdpijn, duizeligheid, tintelingen) | Luchtwegklachten | Algemeen: moeheid |
---|---|---|---|---|---|---|
Amersfoort |
67,5% |
16,8% |
30,7% |
41,6% |
40,1% |
36,6% |
Baarn |
68,1% |
15,7% |
30,6% |
41,4% |
39,6% |
35,4% |
Bunnik |
71,8% |
15,9% |
28,1% |
40,9% |
38,4% |
35% |
Bunschoten |
62,2% |
14% |
26,2% |
40,9% |
35,3% |
31,5% |
De Bilt |
68,2% |
15,8% |
30,8% |
41,8% |
43,1% |
37,6% |
De Ronde Venen |
63% |
14,6% |
28,4% |
39,8% |
32,8% |
31,6% |
Eemnes |
67,9% |
17,4% |
29,8% |
40,9% |
41,3% |
32,3% |
Houten |
65,3% |
18,3% |
30,2% |
43,1% |
41,5% |
35,9% |
IJsselstein |
71,5% |
17,8% |
32,1% |
47,7% |
38,8% |
38,5% |
Leusden |
68% |
13,4% |
30,5% |
42,7% |
42,3% |
36,2% |
Lopik |
67,4% |
17,2% |
28,5% |
46,9% |
41,6% |
33,9% |
Montfoort |
65,4% |
15% |
32,1% |
43,2% |
36% |
30,4% |
Nieuwegein |
69% |
18,8% |
33,5% |
44,8% |
41,2% |
38,8% |
Oudewater |
63,4% |
13,9% |
27,3% |
37,4% |
38,3% |
31,7% |
Renswoude |
66,7% |
15,2% |
27,1% |
39,3% |
36,9% |
35,9% |
Rhenen |
68,3% |
16,1% |
26,9% |
42% |
37,4% |
34,1% |
Soest |
67,3% |
18,7% |
31,3% |
42,3% |
42,1% |
36,6% |
Stichtse Vecht |
67,4% |
17,7% |
29% |
40,3% |
36,3% |
36,6% |
Utrecht |
* |
* |
* |
* |
* |
* |
Utrechtse Heuvelrug |
68% |
17,3% |
31,4% |
45,7% |
41,9% |
37,5% |
Veenendaal |
67,8% |
16% |
27,2% |
42,8% |
39,2% |
35,2% |
Vijfheerenlanden |
73,2% |
23,2% |
30,6% |
50,1% |
37,8% |
38,5% |
Wijk bij Duurstede |
69,4% |
14,8% |
30,3% |
42,6% |
36,6% |
35,8% |
Woerden |
67,1% |
14,7% |
31,3% |
43,2% |
38,7% |
34,9% |
Woudenberg |
67,8% |
16% |
23,6% |
43,8% |
34,9% |
36,5% |
Zeist |
68,6% |
18,5% |
33,2% |
43,4% |
40,9% |
39,8% |
Totaal |
67,9% |
17,1% |
30,4% |
43,1% |
39,4% |
36,3% |
Bron: ggdru.buurtmonitor.nl * Deze cijfers zijn niet op een vergelijkbare manier voor de gemeente Utrecht beschikbaar.
Bij 3% ouderen speelt hoog risico op angststoornis of depressieve klachten
Op basis van bevolkingsonderzoek van de GGD regio Utrecht wordt geconcludeerd dat er bij 3% van de 65-plussers sprake is van een hoog risico op angststoornissen en depressieve klachten. In gemeenten Utrecht (5,3%), Baarn (4,5%) en Wijk bij Duurstede (3,9%) is dit risico bovengemiddeld hoog. In de gemeenten Bunnik (1,3%), Eemnes (1,3%), Montfoort (1,7%) en Soest (1,7%) is dit beneden gemiddeld laag. Gemiddeld voor alle groepen volwassenen ligt het percentage op 5,5%.
Gemeente | Percentage |
---|---|
Amersfoort |
2,6% |
Baarn |
4,5% |
Bunnik |
1,3% |
Bunschoten |
2,6% |
De Bilt |
3% |
De Ronde Venen |
3,6% |
Eemnes |
1,3% |
Houten |
2,7% |
IJsselstein |
2% |
Leusden |
1,9% |
Lopik |
3,7% |
Montfoort |
1,7% |
Nieuwegein |
2,6% |
Oudewater |
1,8% |
Renswoude |
2,9% |
Rhenen |
2,9% |
Soest |
1,7% |
Stichtse Vecht |
2,2% |
Utrecht |
5,3% |
Utrechtse Heuvelrug |
2,1% |
Veenendaal |
3,2% |
Vijfheerenlanden |
3,1% |
Wijk bij Duurstede |
3,9% |
Woerden |
2,9% |
Woudenberg |
2,3% |
Zeist |
2,2% |
Totaal |
3,0% |
Bron: ggdru.buurtmonitor.nl
Meer volwassenen met ernstig overgewicht tevreden met gewicht
Het aandeel volwassenen in heel Nederland met ernstig overgewicht, dat aangeeft tevreden te zijn met hun gewicht, nam toe van 22% in 2015-2017 naar 26% in 2018-2020. In de periode 2018-2020 was 66% van de volwassen Nederlanders tevreden met zijn of haar gewicht, 12% was ontevreden en 23% was niet tevreden maar ook niet ontevreden. Mannen blijken vaker tevreden te zijn met hun gewicht (69%) dan vrouwen (62%).
Uit de gezondheidsmonitor van het CBS blijkt dat in 2020 gemiddeld in Nederland 48,8% van de volwassenen een ‘normaal’ gewicht heeft, 34,8% ‘matig overgewicht’ en 14,7% ‘ernstig overgewicht’ (obesitas). De provincie Utrecht heeft het hoogste aandeel volwassenen met een ‘normaal gewicht’ van heel Nederland (53,9%). 32,1% van de inwoners van Utrecht heeft ‘matig overgewicht’ en 12,2% ‘ernstig overgewicht’.
Binnen de provincie Utrecht komt ‘matig overgewicht’ het vaakst voor in de gemeente Eemnes (39,1%) en het minst vaak in de gemeente Utrecht (28%). ‘Ernstig overgewicht’ komt het vaakst voor in de gemeente Nieuwegein (17,7%) en het minst vaak in de gemeente Bunnik (9,5%).
Locatie | Normaal gewicht in % | Matig overgewicht in % | Ernstig overgewicht (obesitas) in % |
---|---|---|---|
Nederland |
48,8 |
34,8 |
14,7 |
Groningen |
48,1 |
34,2 |
16 |
Fryslân |
47,4 |
36,4 |
14,5 |
Drenthe |
45,3 |
37,7 |
15,8 |
Overijssel |
46,8 |
36,4 |
15,5 |
Flevoland |
45,2 |
37,7 |
15,2 |
Gelderland |
47,9 |
35,1 |
15,4 |
Utrecht (provincie) |
53,9 |
32,1 |
12,2 |
Noord-Holland |
52,7 |
32,5 |
12,7 |
Zuid-Holland |
48,6 |
34,5 |
15,1 |
Zeeland |
46,6 |
37,4 |
14,5 |
Noord-Brabant |
47,7 |
35,5 |
15,2 |
Limburg |
45 |
36,5 |
16,8 |
Bron: CBS gezondheidsmonitor
* Bij ‘normaal gewicht’ gaat het om een BMI-waarde van 18,5 tot 25, bij ‘matig overgewicht’ om een BMI-waarde tussen de 25 en 30 en bij ernstig overgewicht om een BMI-waarde van 30 of hoger.
Gemeente | Normaal gewicht in % | Matig overgewicht in % | Ernstig overgewicht (obesitas) in % |
---|---|---|---|
Amersfoort |
54,3 |
31,8 |
12,0 |
Baarn |
52,9 |
32,0 |
11,8 |
De Bilt |
56,3 |
31,6 |
10,3 |
Bunnik |
57,5 |
31,8 |
9,5 |
Bunschoten |
50,9 |
33,3 |
14,7 |
Eemnes |
46,6 |
39,1 |
12,7 |
Houten |
54,0 |
32,8 |
11,7 |
IJsselstein |
45,6 |
37,1 |
15,8 |
Leusden |
53,6 |
33,1 |
11,7 |
Lopik |
52,3 |
34,5 |
12,2 |
Montfoort |
50,3 |
34,8 |
13,2 |
Nieuwegein |
45,2 |
35,6 |
17,7 |
Oudewater |
51,6 |
32,9 |
14,6 |
Renswoude |
51,5 |
33,6 |
13,0 |
Rhenen |
49,3 |
35,6 |
13,2 |
De Ronde Venen |
52,3 |
33,9 |
12,7 |
Soest |
52,1 |
33,8 |
12,4 |
Stichtse Vecht |
51,2 |
34,4 |
12,8 |
Utrecht (gemeente) |
60,2 |
28,0 |
9,6 |
Utrechtse Heuvelrug |
52,6 |
32,3 |
12,2 |
Veenendaal |
46,4 |
35,5 |
16,3 |
Vijfheerenlanden |
47,7 |
36,0 |
15,4 |
Wijk bij Duurstede |
52,5 |
32,0 |
13,7 |
Woerden |
51,4 |
34,4 |
12,6 |
Woudenberg |
53,0 |
35,0 |
11,2 |
Zeist |
54,5 |
31,0 |
12,5 |
Bron: CBS gezondheidsmonitor
* Bij ‘normaal gewicht’ gaat het om een BMI-waarde van 18,5 tot 25, bij ‘matig overgewicht’ om een BMI-waarde tussen de 25 en 30 en bij ernstig overgewicht om een BMI-waarde van 30 of hoger.
Bron: Meer volwassenen met ernstig overgewicht tevreden met gewicht (cbs.nl), Statline (2022)
COVID-19
Tot eind september 2021 ruim 1.340 inwoners door het virus overleden in provincie Utrecht
Tot eind september 2021 overleden er in de provincie Utrecht 1.341 inwoners met zekerheid aan COVID-19. Waarschijnlijk zijn het er meer geweest omdat de ziekte niet in alle gevallen is opgespoord of vastgesteld. Relatief de meeste overlijdens vonden plaats in de gemeenten De Bilt, Bunschoten en IJsselstein. In heel Nederland overleden in 2020 ruim 20.000 inwoners aan COVID-19, wat overeenkomt met 0,12 procent van de bevolking. De provincie Utrecht steekt daar iets gunstiger bij af, met een percentage van 0,10 procent. De provincies Limburg en Noord Brabant zijn in 2020 het zwaarst getroffen met inwoners die kwamen te overlijden door corona. Hier ging het om 0,18 en 0,17 procent van de bevolking.
Bron: Maatschappelijke impact van de coronapandemie in de provincie Utrecht. Een tussenstand. (Oktober 2021)
Virus kan soms langdurige klachten veroorzaken (long-COVID)
Degenen die de infectie doorstaan hebben en daarvan ook klachten ondervonden, hebben in variërende mate last van ‘restverschijnselen’. Houden de klachten langer aan dan drie maanden na het uitbreken van de infectie, dan wordt er in Nederland gesproken van ‘long-COVID’ (het woord ‘long’ moet hier opgevat worden als ‘lang’ en verwijst niet de long als orgaan). Voor artsen is vooralsnog niet duidelijk hoe de aanhoudende klachten geduid moeten worden en welke herstelprognoses kunnen worden afgegeven. Wereldwijd wordt hiernaar veel onderzoek verricht. Ook de vraag hoe groot het percentage corona-besmetten is die long-COVID krijgen, is nog niet duidelijk. Volgens documentatie in september 2021 van het RIVM is een eerste schatting dat maximaal 1 op de 5 personen 4 of 5 weken na een positieve test nog klachten heeft. Dat aantal neemt verder af 12 weken of langer na de besmetting. Recent onderzoek gepubliceerd in The Lancet (september 2021) stelt dat de kans op het ontwikkelen van long-COVID halveert na vaccinatie.
Bron: Maatschappelijke impact van de coronapandemie in de provincie Utrecht. Een tussenstand. (Oktober 2021)
Gezonde leefstijl deels bevorderd, deels onder druk gekomen
Aan het begin van de coronapandemie werd duidelijk dat veel mensen het belang van goede gezondheid, met weerbaarheid tegen zowel welvaarts- als infectieziekten belangrijker gingen vinden. Op het gebied van bewegen bijvoorbeeld werd er ten tijde van het sluiten van sport- en fitnesslocaties ook de nodige creativiteit gegenereerd op het gebied van sporten in groepsverband. Zo zag men bij sportscholen ineens groepen (op gepaste afstand) buiten de locaties sporten en ging men meer in de openbare ruimte aan de slag. Actieve bewegingsvormen in ‘eigen regie’, zoals wandelen, hardlopen, fietsen en fitness thuis en in de openbare ruimte groeiden in sterke mate. Het RIVM constateert in augustus 2021, alhoewel met enige voorzichtigheid, dat mensen in coronatijd meer zijn gaan bewegen vooral in en rond huis. Echter is daar niet alles mee gezegd. Het Mulier Instituut, het onafhankelijke landelijke onderzoeksbureau op het gebied van sport en bewegen stelt dat velen als gevolg van de coronacrisis juist minder zijn gaan sporten en bewegen. Het betreft met name vrouwen met schoolgaande kinderen, alleenstaanden en laagopgeleiden. Dit betekent dat deze mensen een groter risico hebben op (ernstige) gezondheidsproblemen. Het Mulier Instituut constateert dat in de meeste gemeenten in Nederland geen extra aandacht is voor de sociale ongelijkheid in sport- en beweegdeelname. Het blijkt dat de motivatie om te gaan sporten en bewegen, ondanks de toegenomen aandacht voor het belang van sporten en bewegen tijdens de coronacrisis, onder velen ook niet is veranderd ten opzichte van voor de coronacrisis. Dit betekent dat mensen die minder zijn gaan sporten en bewegen hun oude sport- en beweeggedrag mogelijk niet zomaar weer oppakken. Extra ondersteuning vanuit gemeenten om sporten en bewegen te faciliteren lijkt daarom wenselijk. Met name de inzet van (extra) buurtsportcoaches zou hierbij effectief kunnen zijn. Ook op enkele andere leefstijlgebieden heeft de coronacrisis negatieve gevolgen gehad. Het RIVM spreekt over het feit dat mensen meer zijn gaan roken en meer overgewicht hebben gekregen. Het drinken van alcohol is gelijk gebleven. Een belangrijke vraag is in hoeverre de nieuw ingesleten patronen een blijvend karakter zullen hebben.
Bron: Maatschappelijke impact van de coronapandemie in de provincie Utrecht. Een tussenstand. (Oktober 2021)
Achteruitgang psychische gezondheid
Naast grote impact op de lichamelijke gezondheid van mensen, heeft de coronapandemie ook veel invloed op het psychische welzijn van zeer velen. Bijvoorbeeld speelt en/of speelde voor velen dat de coronatijd eenzaamheid in hun leven heeft voortgebracht of versterkt, evenals gevoelens van angst, stress en somberheid. (RIVM, 2021b) Gevoelens van stress kunnen ook direct samenhangen met bijvoorbeeld een meer onzeker geworden inkomenspositie. Vergelijkend onderzoek onder volwassenen tussen oktober 2020 en juni 2021 laat zien dat er sprake is van een toename in psychische klachten zoals gevoelens van depressie en angst en problemen met slapen. Deelnemers aan het onderzoek van tussen de 20 en 35 jaar rapporteren daarbij de meeste klachten. Een op de vier respondenten geeft aan dat hun psychische gezondheid erop is achteruitgegaan door de coronacrisis. Het Centraal Bureau voor de Statistiek rapporteert in september 2021 dat de mentale gezondheid van Nederlanders in de eerste helft van 2021 op een dieptepunt verkeert. In de eerste twee kwartalen van 2021 was 15% van de bevolking van 12 jaar en ouder psychisch ongezond. Dit percentage is sinds het begin van de monitoring op dit gebied (2001) niet zo hoog geweest. De mentale gezondheid is gemeten via een vragenlijst waarin wordt gevraagd naar vijf aspecten: somberheid, zenuwachtigheid, in de put zitten, rust en kalmte en gelukkig zijn.
Bron: Maatschappelijke impact van de coronapandemie in de provincie Utrecht. Een tussenstand. (Oktober 2021)
Meer meldingen verward en zorgelijk gedrag
Verward en zorgelijk gedrag is tijdens de pandemie veelvuldiger waargenomen. Bij het Meld- en Adviespunt Bezorgd (MAB) van de GGD regio Utrecht kunnen (onder andere) bezorgde burgers melding doen van, of zorgen uiten over personen met verward gedrag. Het MAB werkt momenteel voor 17 van de 26 gemeenten binnen de provincie Utrecht. In het jaarverslag 2020 worden diverse zorgwekkende ontwikkelingen benoemd. Zo is er een forse stijging van het aantal meldingen te zien. In 2019 ontving het MAB gemiddeld 9,4 meldingen per week, in 2020 waren dit er 17,6 en in het eerste half jaar van 2021 waren dat er 29,1. Mensen met verward gedrag hebben vaak complexe problematiek op meerdere levensgebieden. Tijdens de coronaperiode is een toename te zien in meldingen die betrekking hebben op overlast, huiselijk geweld en suïcidaal gedrag.
Bron: Maatschappelijke impact van de coronapandemie in de provincie Utrecht. Een tussenstand. (Oktober 2021)
Ouderen
55-Plussers genieten vaak van het ouder worden
In 2019-2020, nog voor de coronatijd, onderzocht het CBS het welbevinden van ouderen (55-plussers), die niet in een instelling wonen. Ruim de helft van de onderzochte groep zegt te genieten van het ouder worden, 14% geeft aan dit niet zo te voelen, de rest heeft een mening die hier tussenin zit. Een grote meerderheid van de 55-plussers (87%) wil ook nog lang leven zoals ze zich nu voelen. Een relatief kleine groep 55-plussers geeft aan zich oud te voelen (8%). Op de vraag of ze nu gelukkiger, even gelukkig, of ongelukkiger zijn dan toen ze 25 waren antwoordt bijna een kwart van de 55-plussers dat ze nu gelukkiger zijn dan vroeger. Het merendeel (58%) is even gelukkig en 17% is ongelukkiger dan toen ze 25 waren.
In de provincie Utrecht wonen in 2019 bijna 400.000 55-plussers. Gemiddeld vormden zij in dat jaar 29% van de totale provinciale bevolking. Gemeenten met relatief veel 55-plussers zijn Utrechtse Heuvelrug (39%), Baarn en De Bilt (38%). Relatief weinig 55-plussers wonen in Utrecht (19%), Amersfoort en Renswoude (27%).
Bron: CBS (2020); 54 procent van de 55-plussers geniet van ouder worden.
Gemeente | Aantal 55+ absoluut | Percentage 55+ per gemeente |
---|---|---|
Amersfoort |
42.358 |
27% |
Baarn |
9.445 |
38% |
De Bilt |
16.463 |
38% |
Bunnik |
5.590 |
37% |
Bunschoten |
5.947 |
28% |
Eemnes |
3.235 |
35% |
Houten |
15.075 |
30% |
IJsselstein |
10.514 |
31% |
Leusden |
11.043 |
37% |
Lopik |
4.443 |
31% |
Montfoort |
4.519 |
32% |
Nieuwegein |
21.398 |
34% |
Oudewater |
3.408 |
33% |
Renswoude |
1.399 |
27% |
Rhenen |
6.803 |
34% |
De Ronde Venen |
15.724 |
36% |
Soest |
16.891 |
37% |
Stichtse Vecht (v.a. 2011) |
22.355 |
35% |
Utrecht |
67.689 |
19% |
Utrechtse Heuvelrug |
19.277 |
39% |
Veenendaal |
19.776 |
30% |
Vijfheerenlanden |
18.370 |
33% |
Wijk bij Duurstede |
8.501 |
36% |
Woerden |
16.534 |
32% |
Woudenberg |
4.100 |
31% |
Zeist |
21.517 |
34% |
Totaal |
392.374 |
29% |
Bron: CBS
Relatief meer 65 plussers ervaren hun gezondheid als goed tot zeer goed
In 2020 geeft gemiddeld 79,1% van de volwassenen van 18 jaar en ouder in Nederland aan, dat zij hun eigen gezondheid als (zeer) goed ervaren. Ervaren gezondheid wordt ook wel subjectieve gezondheid of gezondheidsbeleving genoemd. In de GGD regio Utrecht ligt het gemiddelde op 81,1%. Dit aandeel ligt hoger dan in 2016, toen gemiddeld 77,5% van de inwoners aangaf zijn eigen gezondheid als (zeer) goed te ervaren. Binnen de GGD regio Utrecht varieert het percentage van 75,9% (in Nieuwegein) tot 85% (in de Ronde Venen).
Kijkend naar de groep 65-plussers, valt op dat het aandeel inwoners dat zijn of haar gezondheid als (zeer) goed ervaart, gemiddeld relatief lager ligt dan bij de groep van 18 tot 65 jaar. Wel is hier ook een stijging te zien ten opzichte van 2016. In de gemeente Utrecht is het aandeel inwoners van 65 jaar en ouder dat zijn of haar gezondheid als (zeer) goed ervaart, het laagst, al is het aandeel sinds 2016 wel toegenomen (van 51% in 2016 naar 60% in 2020).
Gemeente | Ervaren gezondheid (goed/zeer goed) 18 tot 65 jaar in % | Ervaren gezondheid (goed/zeer goed) 65 jaar of ouder in % |
---|---|---|
Amersfoort |
83,3 |
69,6 |
Baarn |
82,8 |
76,0 |
Bunnik |
88,7 |
73,7 |
Bunschoten |
83,7 |
72,5 |
De Bilt |
84,3 |
71,0 |
De Ronde Venen |
88,8 |
74,2 |
Eemnes |
84,9 |
74,7 |
Houten |
82,1 |
70,1 |
IJsselstein |
81,1 |
65,4 |
Leusden |
85,8 |
73,6 |
Lopik |
85,8 |
66,7 |
Montfoort |
87,6 |
72,5 |
Nieuwegein |
79,3 |
65,9 |
Oudewater |
83,1 |
71,4 |
Renswoude |
88,2 |
68,2 |
Rhenen |
83,9 |
69,7 |
Soest |
85,4 |
72,7 |
Stichtse Vecht |
83,8 |
68,4 |
Utrecht (gemeente) |
86,5 |
59,8 |
Utrechtse Heuvelrug |
87,0 |
72,5 |
Veenendaal |
80,7 |
68,8 |
Vijfheerenlanden |
81,8 |
66,6 |
Wijk bij Duurstede |
83,4 |
70,9 |
Woerden |
84,3 |
70,3 |
Woudenberg |
85,1 |
74,9 |
Zeist |
82,6 |
69,5 |
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2020, GGD’en, CBS en RIVM
Sociale Kracht Monitor
Nieuwegein scoort relatief minder gunstig
De Sociale Kracht Monitor (SKM) meet op basis van representatieve enquêtes de mate waarin inwoners tevreden zijn over diverse aspecten van hun leefsituatie en leefomgeving. In de afgelopen jaren hebben negen gemeenten uit de provincie Utrecht dit onderzoeksinstrument gebruikt. De deelgebieden waarop inwoners bevraagd worden zijn: zelfredzaamheid, participatie, mate van eenzaamheid, financiële zelfredzaamheid, sociale samenhang in de buurt, leefbaarheidsbeleving en veiligheidsbeleving. Tezamen vormen de uitkomsten op deze gebieden een maat voor ‘sociale kracht’. Gemiddeld is de sociale kracht in de deelnemende gemeenten in de periode 2019-2020 7,5. Ondergemiddeld scoren in deze periode de gemeenten Nieuwegein (7,3) en Vijfheerenlanden (7,4).
Gemeente | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|
De Bilt |
7,6 |
-- |
7,7 |
-- |
De Ronde Venen |
-- |
7,4 |
-- |
7,7 |
Houten |
-- |
7,8 |
7,7 |
7,7 |
Nieuwegein |
-- |
7,2 |
-- |
7,3 |
IJsselstein |
7,4 |
-- |
7,5 |
-- |
Zeist |
7,4 |
-- |
7,5 |
-- |
Woerden |
-- |
7,6 |
-- |
7,6 |
Stichtse Vecht |
-- |
7,5 |
-- |
7,6 |
Vijfheerenlanden |
-- |
7,2 |
-- |
7,4 |
Regio Utrecht (*) |
|
7,5 |
|
7,5 |
Bron: Dimensus (2021) (*) Op basis van deelnemende gemeenten SKM
Uitkomsten zelfredzaamheid
De Sociale Kracht Monitor (SKM) meet op basis van representatieve enquêtes de mate waarin inwoners tevreden zijn over diverse aspecten van hun leefsituatie en leefomgeving. Zelfredzaamheid wordt hierbinnen gemeten op basis van vragen over kunnen zorgen voor zichzelf (boodschappen doen, administratie voeren), zelforganiserend vermogen (kunnen terugvallen op hulp van familie, hulp kunnen regelen), en weerbaarheid (van slag zijn als iets tegenzit, de draad makkelijk kunnen oppakken). Gemiddeld scoren de deelnemende gemeenten in 2019-2020 een 8,2 op al deze aspecten. De gemeente Nieuwegein scoort iets benedengemiddeld met een 8,1.
Gemeente | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|
De Bilt |
8,4 |
|
8,3 |
|
De Ronde Venen |
|
8,1 |
|
8,3 |
Houten |
|
8,2 |
8,2 |
8,2 |
Nieuwegein |
|
8,2 |
|
8,1 |
IJsselstein |
8,3 |
|
8,2 |
|
Zeist |
8,2 |
|
8,3 |
|
Woerden |
|
8,4 |
|
8,3 |
Stichtse Vecht |
|
8,3 |
|
8,3 |
Vijfheerenlanden |
|
8,0 |
|
8,2 |
Regio Utrecht (*) |
|
8,2 |
|
8,2 |
Bron: Dimensus (2021) (*) Op basis van deelnemende gemeenten SKM
In de databank vindt u onder andere de indicatoren:
- Levensverwachting bij geboorte
- % inwoners één of meer langdurige ziekte(n) of aandoeningen (langer dan 6 maanden) 19+/ 18-64 / 65+
- % inwoners dat voldoet aan beweegnorm
- % inwoners met (zeer) goede gezondheid 19-65 jaar / 65+
- % inwoners met overgewicht
- % 19-65 jarigen / 65 plussers met hoog risico op angst of depressie
- % inwoners dat bezoek bracht aan RIAGG/GGZ 19-65 jaar / 65+
- % inw met lichamelijke beperking 65+
- % kinderen met handicap
- % rookt 19-65 jr / 65+
- % Overmatige drinker 19-65 jr / 65+
- Tevredenheid gezondheidsvoorzieningen in de buurt
- % (zeer) tevreden over welzijnsvoorzieningen in de buurt
- Stapeling gebruik voorzieningen in sociaal domein
- % huishoudens dat maatwerkvoorzieningen wmo ontvangt
- % huishoudens zonder voorzieningen
- Personen 75 jaar en ouder wonend in een instelling
Meer weten?
www.volksgezondheidsmonitor.nl
www.volksgezondheidenzorg.info
Dashboard gezondheid in sociaal domein
Verwey Jonker Instituut. 2018. Succesvol combineren van armoede- en gezondheidsbeleid