Overslaan en naar de inhoud gaan
Logo Staat van Utrecht; naar homepagina van Staat van Utrecht
Hoofdnavigatie
  • Home
  • Thema's
  • Databank
  • Specials
  • Over Staat van Utrecht
  • Zoeken

Kruimelpad

  1. Home
  2. Thema's
  3. Bevolking

Stand en prognose

Oversterfte in provincie Utrecht iets onder landelijk gemiddelde 

In 2021 overleden in heel Nederland 16.000 mensen méér dan verwacht in dat jaar (10%). Voor de provincie Utrecht, ofwel de GGD Regio Utrecht, lag dat cijfer op 9,2%. GGD-regio’s met het hoogste aandeel oversterfte waren in 2021 GGD-regio Flevoland (20,3%) en GGD-regio Zeeland (16,3%). Het laagste aandeel oversterfte in 2021 was er in de GGD-regio’s Amsterdam (6,1%) en Kennemerland (6,3%).  

Het CBS meldt dat oversterfte op zich door de jaren heen vaker voorkomt, zoals in perioden van zware griepgolven. Deze perioden worden in de praktijk dan echter veelal gevolgd door een periode met minder sterfte, waardoor de oversterfte op jaarbasis lager uitkomt. In 2020 en 2021 was er gedurende meerdere perioden in heel Nederland oversterfte en geen ondersterfte. 

Verdeeld naar leeftijd, bleek de relatieve oversterfte in heel Nederland het laagst te zijn bij 90-plussers (7 procent) en het hoogst onder mensen van 65 tot 80 jaar (14 procent). In vergelijking met 2020 was de relatieve oversterfte in 2021 onder 50- tot 65- jarigen 11% hoger. In 2021 overleden in die leeftijdsgroep ruim 1.600 meer mensen dan verwacht, in 2020 waren dat er bijna 500.  

 

Oversterfte per GGD-regio 2021 en 2020 

  

Oversterfte 2021* (%) 

Oversterfte 2020 (%) 

GGD Groningen 

7,9 

0,4 

GGD Drenthe 

10,6 

5,6 

GGD IJsselland 

8,4 

10 

GGD Regio Twente 

11,9 

10,5 

GGD Noord- en Oost-Gelderland 

10 

10,3 

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden 

 

12,1 

9,8 

GGD Gelderland-Zuid 

13 

12,4 

GGD Flevoland 

20,3 

13 

GGD Regio Utrecht**   

9,2 

9,1 

GGD Hollands-Noorden 

12,4 

7,9 

GGD Kennemerland 

6,3 

7 

GGD Amsterdam 

6,1 

5,8 

GGD Gooi en Vechtstreek 

8,3 

8,2 

GGD Hollands-Midden 

8,8 

10,2 

GGD Rotterdam-Rijnmond 

7,7 

13,8 

Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ 

13,3 

12 

GGD Zeeland 

16,3 

2,3 

GGD West-Brabant 

9,8 

10 

GGD Hart voor Brabant 

11 

19,3 

GGD Brabant-Zuidoost 

9,2 

14,2 

GGD Limburg-Noord 

14,6 

12,6 

GGD Zuid-Limburg 

14,1 

13,2 

GGD Haaglanden 

7,4 

8,3 

GGD Fryslân 

9,7 

1,1 

GGD Zaanstreek/Waterland 

12,8 

14,1 

Bron: CBS  * Over 2021 betreft het voorlopige cijfers **GGD Regio Utrecht valt geografisch samen met de provincie Utrecht. 

 

 

 

 

Kenmerken bevolking Nederland

Prognoses wijzen uit dat de totale bevolking in Nederland in 2050 gestegen zal zijn. Van de verwachte 18,5 miljoen inwoners, in 2050, zal 7,9% uit Utrecht komen. De grootste provincies zullen Zuid-Holland (4.198.700), Noord-Holland (3.201.700) en Noord-Brabant (2.747.000) zijn. De kleinste provincies zullen Zeeland (383.100), Drenthe (475.800) en Flevoland (495.700) zijn. De provincies waarvan verwacht wordt dat ze het meest zullen groeien van 2021 tot 2050 zijn Flevoland (17,3%), Zuid-Holland (11,3%) en Utrecht (10,5%). De provincies met de grootste daling zijn Groningen (-4,9%), Friesland (-4,6%) en Limburg (3,4%).

 

Utrecht blijft groeien tot 2050

In 2021 heeft de provincie Utrecht zo’n 1.325.000 inwoners en volgens de prognose van PBL/CBS zal dit aantal stijgen tot bijna 1.464.200 in 2050. Voor 22 van de 26 Utrechtse gemeenten geldt dat er naar verwachting sprake zal zijn van bevolkingsgroei tot aan 2050, voor 4 gemeenten geldt dat er een (lichte) krimp verwacht wordt. Het gaat hierbij om IJsselstein (-2,1%), Montfoort (-0,7%), Lopik (-0,7%) en De Bilt (-0,2%). De grootst groeiende gemeenten zijn naar verwachting Woudenberg (26,7%), Renswoude (21,2%), Utrecht (20,9%) en Bunschoten (16,7%).

Bevolkingsprognose naar gemeenten provincie Utrecht 2021-2050

 

2021

2030

2040

2050

 

x 1 000

x 1 000

x 1 000

x 1 000

Amersfoort

158,3

168

173,1

175,2

Baarn

24,9

25,6

26

26,1

De Bilt

42,8

42,2

42,7

42,7

Bunnik

15,4

16,1

16,4

16,3

Bunschoten

22,2

24

25,1

25,9

Eemnes

9,2

9,6

10

10,2

Houten

50,7

52,7

55

56,1

IJsselstein

34,1

33,6

33,5

33,4

Leusden

30

30,1

31,3

32,1

Lopik

14,2

13,7

13,9

14,1

Montfoort

13,9

13,7

13,8

13,8

Nieuwegein

63,8

66,5

67,8

68

Oudewater

10,3

10,5

10,9

11,2

Renswoude

5,2

5,5

6

6,3

Rhenen

20,3

20,6

21,1

21,3

De Ronde Venen

43,7

43,3

43,6

43,8

Soest

46,4

46,6

47,2

47,5

Stichtse Vecht

64,4

64,6

65

64,9

Utrecht (gemeente)

364,5

412,3

433,2

440,8

Utrechtse Heuvelrug

48,7

48,8

51,1

52,3

Veenendaal

66,6

69,3

71,2

72

Vianen

20,8

21,9

22,8

23,4

Wijk bij Duurstede

23,8

24,2

24,4

24,3

Woerden

52,2

53

53,7

53,9

Woudenberg

13,5

14,9

16,2

17,1

Zeist

65,2

68,5

70,6

71,2

BRON: CBS

Groei in tien jaar

De provincie Utrecht heeft in 2021 bijna 1,75 miljoen inwoners en omvat daarmee 7,8% van de Nederlandse bevolking. De provincie is dan ook 10,8% gegroeid, in inwonersaantal, ten opzichte van 2011. De meeste inwoners wonen in gemeenten Utrecht (359.400), Amersfoort (157.400) en Veenendaal (67.000) en de minste inwoners wonen in Renswoude (5.600), Eemnes (9.300) en Oudewater (10.100). In de afgelopen tien jaar zijn bijna alle gemeenten gegroeid. Relatief gezien is de grootste groei terug te zien bij de gemeenten Renswoude (16,9%), Woudenberg (13,5%) en Bunschoten (9,5%). De kleinste groei is te zien bij de gemeenten Baarn (1,7%) en Lopik (2,4%). De enige gemeente die gekrompen is ten opzichte van 2011, is IJsselstein (-1,6%).

Bron: CBS

Stand bevolking 2021 en groei ten opzichte van 2011

 

2011

2021

Groei

2011-2021

Nederland

16655799

17474693

4,9%

Provincie Utrecht

1228794

1361093

10,8%

Amersfoort

146592

157438

7,4%

Baarn

24379

24784

1,7%

De Bilt

42049

43368

3,1%

Bunnik

14437

15345

6,3%

Bunschoten

20111

22024

9,5%

Eemnes

8845

9361

5,8%

Houten

47935

50230

4,8%

IJsselstein

34348

33812

-1,6%

Leusden

28609

30540

6,7%

Lopik

14121

14460

2,4%

Montfoort

13500

13889

2,9%

Nieuwegein

60947

63853

4,8%

Oudewater

9815

10136

3,3%

Renswoude

4752

5557

16,9%

Rhenen

18951

20203

6,6%

De Ronde Venen

43004

44727

4,0%

Soest

45611

46900

2,8%

Stichtse Vecht (v.a. 2011)

63050

65101

3,3%

Utrecht

311367

359376

15,4%

Utrechtse Heuvelrug

48726

49931

2,5%

Veenendaal

62267

66912

7,5%

Vijfheerenlanden

-

57833

-

Wijk bij Duurstede

23115

23927

3,5%

Woerden

49748

52696

5,9%

Woudenberg

12008

13633

13,5%

Zeist

60824

65057

7,0%

BRON: CBS

Medio 2021 nog onduidelijk of er sprake is van babyboom

De coronacrisis en -maatregelen hebben er tot dusver niet voor gezorgd dat de kinderwens van ouders bevroren is geraakt. In de eerste helft van 2021 werden in Nederland ruim 86.000 kinderen geboren, 4.500 méér dan in dezelfde periode een jaar eerder. Vooral in de maanden februari, maart en april kwamen er vergeleken met voorgaande jaren relatief veel kinderen ter wereld. De vraag is of er gesproken kan worden van een corona babyboom. In een interview met een socioloog van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat zij de geconstateerde toename van geboortes voor de zomer van 2021 (nog) niet als zodanig wil bestempelen. Daarvoor zullen eerst de cijfers van het derde kwartaal moeten worden afgewacht. De geboortegolf komt volgens de socioloog ook niet helemaal uit de lucht vallen; deels waren ze al in de prognoses (van voor de coronaperiode) ingecalculeerd. Vrouwen wachtten de afgelopen jaren langer met kinderen krijgen, deels door een toenemend aantal flexibele arbeidscontracten en gebrek aan juiste woonruimte, deels omdat ze het belangrijk vinden om eerst van het leven te genieten voor zij aan kinderen beginnen. Deze groep begint juist nu tegen een leeftijd aan te lopen waarop ze niet langer willen wachten. Waar de coronacrisis in ieder geval wel heeft geholpen, is het feit dat veel werkgevers best enthousiast zijn over thuiswerken, en dat kan het combineren van arbeid en zorg aantrekkelijker maken. Ook gaf de coronacrisis volgens de socioloog stellen meer tijd om over kinderen krijgen na te denken. Bron: Maatschappelijke impact van de coronapandemie in de provincie Utrecht. Een tussenstand. (Oktober 2021)

Groei vooral door migratie en stijgende levensduur

De bevolking groeit de komende decennia vooral doordat er meer mensen naar Nederland komen dan er vertrekken, maar ook door stijgende levensduur. Vanaf 2023 worden er ook weer meer kinderen geboren, maar dat is op den duur niet voldoende om het oplopende aantal sterfgevallen te compenseren. Volgens de huidige inzichten zullen tussen 2040 en 2060 jaarlijks meer inwoners overlijden dan er kinderen worden geboren.

Bron: CBS

In 2040 een kwart van de bevolking 65-plus

Het aandeel 65-plussers in de bevolking stijgt van 20 procent eind 2020 naar 25 procent rond 2040. Dit is zowel het gevolg van de naoorlogse geboortegolf en het grote aantal geboorten in de jaren zestig, als van de stijgende levensduur. Het aantal ouderen stabiliseert naar verwachting tussen 2040 en 2050, als kleinere generaties de 65 jaar passeren en veel ouderen uit de grote naoorlogse generaties overlijden. Na 2050 neemt het aantal ouderen in de bevolking weer toe, mede doordat de grote generatie millennials dan 65 jaar wordt.

Het aantal inwoners van 20 tot 65 jaar stijgt naar verwachting van 10,3 miljoen nu naar 10,4 miljoen rond 2027. Na een daling stijgt het weer, tot 10,9 miljoen in 2070. Het aantal 0- tot 20-jarigen blijft de komende jaren waarschijnlijk rond de 3,7 miljoen, waarna een toename inzet tot 4,2 miljoen jongeren in 2070. (Bron: CBS)

In 2070 naar verwachting 42 procent met een migratieachtergrond

De afgelopen twintig jaar (tussen eind 2000 en eind 2020) is de bevolking met 1,5 miljoen inwoners gegroeid, van wie 96 procent een migratieachtergrond heeft. Dit komt door immigratie, maar ook doordat de eerste generatie migranten kinderen kregen (de tweede generatie). De bevolking met een Nederlandse achtergrond neemt sinds 2015 af, doordat er meer mensen overlijden dan er kinderen worden geboren en er iets meer mensen emigreren dan immigreren.

De komende decennia groeit de bevolking alleen nog door mensen met een migratieachtergrond, en daalt het aantal inwoners met een Nederlandse achtergrond verder. Eind 2030 heeft 25 procent van de bevolking een migratieachtergrond, in 2070 zal dit naar verwachting 42 procent zijn. Zowel nu als in de toekomt is bijna de helft van degenen met een migratieachtergrond zelf in Nederland geboren, met minimaal één in het buitenland geboren ouder.

Bron: CBS

Vergelijking met vorige prognose

De bevolkingsprognose wordt jaarlijks bijgesteld door het CBS, waarbij de recentste ontwikkelingen en nieuwe inzichten worden meegenomen. Ten opzichte van de prognose uit 2019 zijn er vooral aanpassingen op korte termijn vanwege de corona-pandemie. Daarnaast ligt het aantal geboorten de komende jaren lager doordat vrouwen het krijgen van kinderen uitstellen. Op de lange termijn is het jaarlijks aantal emigranten lager ingeschat. Door de bijstelling is het verwachte inwonertal in 2060 volgens de huidige prognose 279 duizend hoger dan de vorige prognose.

Databank

In de databank vindt u onder andere de indicatoren:

  • Totaal aantal inwoners (absoluut en relatief)
  • Prognose totale bevolking 2040

Meer weten?

www.cbs.nl

www.nidi.nl

Bevolking
Submenu Thema's
  • Stand en prognose
  • Leeftijd
  • Huishoudens
  • Verhuisstromen en Immigratie

Volg ons op