Fysiek-sociale infrastructuur: pandemie als katalysator
In 2020 zijn er minder voertuigkilometers gemaakt dan in de jaren daarvoor en werd er gezien, wereldwijd overigens, dat mensen het openbaar vervoer (OV) minder benutten. Deels had dit laatste uiteraard te maken met het feit dat velen gingen thuiswerken en zich dus niet meer hoefden te verplaatsen. Echter speelde ook dat men het OV ging mijden om besmettingsrisico uit de weg te gaan. Er is dan ook sprake van een toegenomen voorkeur voor individuele vervoerwijzen, zoals het gebruik van de fiets of (privé-) auto. Deskundigen roepen op om de terugkeer naar het OV opnieuw te stimuleren, onder andere om de toename van auto-afhankelijkheid een halt toe te roepen. De provincie Utrecht heeft inmiddels kenbaar gemaakt dat bussen en trams komend jaar even vaak zullen blijven rijden als in de bestaande dienstregeling.
De pandemie, met haar impact op het bedrijfsleven en de economie, vraagt om vooruit te kijken naar een herstelbeleid, aldus het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In dat herstelbeleid liggen vele kansen om veranderingen richting duurzaamheid in gang te zetten en te versnellen. Het PBL verwijst hiervoor onder andere naar landen als Duitsland en Frankrijk die op dit gebied een koplopersfunctie vervullen. Ook beveelt zij aan de condities voor investeringen die bijdragen aan duurzaam herstel te versterken.
Sectoren op het gebied van recreatie, toerisme, cultuur en evenementen hebben in het algemeen sterk te lijden (gehad) onder de pandemie. Het aantal zomervakanties in eigen land was weliswaar in 2020 fors toegenomen, maar er is in dat jaar in Nederland 39 miljard euro minder uitgegeven aan toeristische bestedingen dan het jaar ervoor. De toeristische sector is in een klap de groei van meer dan tien jaar kwijt. Wat de cultuursector betreft, speelt het verlies van de consument die tal van culturele ontmoetingen en 7 activiteiten heeft moeten ontberen door de lockdowns. Dit raakte ook aan kansen op inclusie en sociale cohesie. Daarnaast geldt voor de cultuursector dat zij, anders dan in veel andere sectoren, niet van het ene op het andere moment weer ten volle kan worden ‘aangezet’. Veel activiteiten in de sector vergen lange voorbereidings- en aanlooptijden. In analysestudies wordt gewezen op de vraag of men straks helemaal terug wil gaan naar hoe het was, of dat men wil komen tot verdere vernieuwing.
Op het gebied van veiligheid en criminaliteit valt vooral de sterke afname op van de ‘klassieke misdaad’ zoals inbraken, overvallen en straatroven. In de provincie Utrecht hebben in de periode januari tot augustus 2021 47% minder overvallen plaatsgevonden en 34% minder straatroven, ten opzichte van dezelfde maanden in 2019. Tegelijkertijd heeft zich in diezelfde periode echter een grote groei voorgedaan op het gebied van cybercrime die toenam met 371%. Diverse misdaadpraktijken blijken tijdens de pandemie ook een corona-jasje te hebben gekregen. Bijvoorbeeld phishingmails die inspelen op besmettingsangst bij doelwitten of het ‘uit de brand helpen’ van ondernemers in financiële nood, waarbij de laatstgenoemden in illegale netten verstrikt raken.